Propolis is een natuurlijk product dat bijen verzamelen uit de harsen van bomen en planten. Bijen mengen deze harsen met was en enzymen tot een kleverige substantie die ze gebruiken om hun bijenkorf te beschermen. Het woord "propolis" komt uit het Grieks en betekent letterlijk "voor de stad" - een verwijzing naar de beschermende functie binnen de bijenkorf.
Propolis staat bekend om zijn rijke samenstelling. Tot nu toe zijn er meer dan 300 natuurlijke verbindingen geïdentificeerd, waaronder flavonoïden, fenolzuren, aromatische zuren, essentiële oliën, mineralen en vitaminen. Deze complexe combinatie geeft propolis zijn unieke karakter.
Een bijzonder kenmerk van Nieuw-Zeelandse propolis is het uitzonderlijk hoge gehalte aan CAPE (cafeïnezuur fenethylester). Deze verbinding wordt internationaal erkend als een belangrijke marker voor de kwaliteit van propolis. Het hoge CAPE-gehalte, samen met de diversiteit aan flavonoïden en andere bioactieve bestanddelen, maakt propolis uit Nieuw-Zeeland onderscheidend ten opzichte van propolis uit andere regio's.
De botanische bron van de hars bepaalt grotendeels het profiel van propolis. In Nieuw-Zeeland verzamelen bijen voornamelijk van populieren en inheemse flora, waardoor karakteristieke chemotypes ontstaan met een CAPE-rijke signatuur. Deze regionale oorsprong verklaart ook waarom partijen kunnen verschillen: landschap, seizoen en beschikbare planten spelen allemaal een cruciale rol.
Hoe maken bijen propolis?
Bijen verzamelen hars uit knoppen en bast van bomen zoals populier, berk, kastanje en verschillende inheemse soorten. Terug in de bijenkorf mengen ze dit met bijenwas en enzymen uit hun speeksel. Het resultaat is een kleverig materiaal dat wordt gebruikt om kieren af te dichten, de wanden van de bijenkorf te versterken en bescherming te bieden tegen indringers. Voor bijen is propolis zowel een bouwmateriaal als een vitaal verdedigingssysteem.
Imkers oogsten propolis met speciale propolismatten of -roosters die bijen aanmoedigen om openingen te vullen. De geoogste propolis wordt vervolgens gezuiverd en, afhankelijk van het eindproduct, geëxtraheerd met ethanol of plantaardige glycerine. Dit proces maakt een gerichte standaardisatie op samenstelling (bijv. CAPE) en zuiverheid mogelijk.
Kleur, smaak en textuur
De kleur van propolis varieert van geelbruin tot donkerbruin of bijna zwart, afhankelijk van de flora en het seizoen. De textuur is kleverig als het warm is, hard en broos als het koud is. Propolis heeft een sterke harsachtige geur en een krachtige smaak, die vaak beschreven wordt als kruidig en licht bitter. Deze kenmerken weerspiegelen de complexe mix van harsen en plantaardige verbindingen waaruit propolis wordt gevormd.
Wat maakt propolis uit Nieuw-Zeeland zo speciaal?
- Een uitzonderlijk hoog CAPE-gehalte (Cafeïnezuur fenethylester), internationaal erkend als marker voor bepaalde propolisprofielen.
- Rijke diversiteit aan flavonoïden (waaronder quercetine, pinocembrine, galangine) en fenolverbindingen die het chemische profiel bepalen.
- Een uniek plantensignatuur gevormd door de inheemse flora van Nieuw-Zeeland en de lokale groeiomstandigheden die nergens anders ter wereld voorkomen.
Omdat de plantengemeenschappen, de hoogte, de regenval en het klimaat per regio verschillen, is transparantie over de herkomst en de eigenschappen van de partij essentieel. Dit verklaart de internationale waardering voor Nieuw-Zeelandse propolis met CAPE-standaardisering en traceerbare toeleveringsketens.